De Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) oefent op regelmatige basis om voorbereid te zijn op incidenten, zoals auto-ongevallen. Autodemontagebedrijf Barth in Doetinchem levert dagelijks afgedankte auto’s aan Jan Hesselink van de VNOG die worden gebruikt voor uiteenlopende brandweeroefeningen.
Damian Barth van Autodemontagebedrijf Barth: “De wrakken die wij aan de VNOG leveren gebruiken de brandweerlieden voor kleine reguliere oefeningen tot heel grote rampscenario’s.” Dat betekent voor het autodemontagebedrijf dat ze elke dag auto’s naar verschillende locaties brengen en halen. “Er komt veel logistiek bij kijken.” In verband met de veiligheid en het milieu worden de auto’s vooraf vloeistofvrij gemaakt. “We leveren alle soorten merken en types aan de brandweer. Wel zijn het over het algemeen oudere auto’s waar we niet of nauwelijks nog onderdelen van verkopen. Denk aan een Suzuki Alto of een Peugeot 807.” Soms levert het bedrijf ook een hybride of elektrische auto voor de brandweeroefeningen.
Ook behoefte aan nieuwere auto’s
Ook Jan Hesselink van de VNOG bevestigt de prettige samenwerking met autodemontagebedrijf Barth. “De brandweer in onze regio heeft in totaal 56 posten. We werken voor het oefenen met wrakken samen met twee autodemontagebedrijven. Verreweg het grootste deel van de auto’s die we voor trainingsdoeleinden gebruiken komt van Barth.” Jan legt uit dat ze op al die 56 posten oefeningen organiseren. “Soms doen we per locatie wel vier keer dezelfde oefening. Tel maar uit hoeveel auto’s je dan nodig hebt. Jaarlijks nemen we honderden wrakken af van Barth.” Dat dit vooral oudere wrakken zijn, vindt Jan wel jammer, maar snapt hij wel. “Nieuwe auto’s hebben natuurlijk een hogere waarde of ze worden geëxporteerd naar het buitenland.”
Toch benadrukt hij dat het ook belangrijk is om met jongere auto’s te oefenen. Gloednieuwe auto’s raken immers ook betrokken bij ongelukken. “Als hulpdienst moeten wij bijblijven bij de technieken die in auto’s worden toegepast.” Gelukkig zijn er enkele autofabrikanten die dagen organiseren waarop hulpdiensten uitgenodigd worden om met hun nieuwste modellen te oefenen. “Als wij op nieuwe auto’s kunnen oefenen en mensen daardoor op een betere manier uit de auto kunnen halen, hebben niet alleen de slachtoffers daar baat bij, maar misschien ook wel de verzekeraars.”
Levensreddende trainingen
“Het is een heel fijne samenwerking. Als ergens in de regio een zwaar ongeluk gebeurt, weet je dat er korpsen op afgaan die met onze auto’s geoefend hebben”, zegt Damian. Als de auto’s terug op het bedrijf komen, zijn ze veelal stukgeknipt of uitgebrand. “Mocht de motor of een ander onderdeel nog heel zijn, dan halen we dat er alsnog vanaf. Daarna verwijderen we de banden en is het wrak in principe klaar om afgevoerd te worden naar het shredderbedrijf.”
Wanneer de samenwerking met de veiligheidsregio in het verleden precies is begonnen, weet Damian niet meer. “We werken al heel lang heel samen. De aanbesteding wordt ieder jaar groter. Korpsen die met onze auto’s oefenen redden levens. Ik vind het een mooi idee dat wij daar op deze manier een klein beetje aan mogen bijdragen!”
Het is nooit hetzelfde. Elk ongeval is anders en vraagt om een andere oplossing. Bij extreme ongevallen krijgen we goede begeleiding. Door er met z’n allen over te praten, kun je het beter verwerken. Al moet ik er onbewust soms toch aan denken als ik over bepaalde wegen rijd
Trainingsdag
De oefeningen zijn vooral technisch en tactisch van aard. Veelal wordt vooraf de auto met poppen erin met een kraan vervormd, waarna de auto door de brandweerlieden wordt opengeknipt om de zogenaamde slachtoffers zo snel mogelijk te bevrijden. Zo ook op de trainingsdag in Loenen bij Apeldoorn, waar onder meer geoefend werd met een auto die op z’n kop lag met bestuurder bekneld onder het dashboard. En waar twee auto’s zogenaamd frontaal op elkaar gebotst waren en de bijrijders van beide auto’s bekneld zaten. Ook wordt er met regelmaat geoefend met andere hulpdiensten zoals politie en ambulance. Logisch, vindt Jan Hesselink. “Als je bij een ongeluk gewonde slachtoffers uit hun auto wilt bevrijden, vraagt dat om nauwe samenwerking met bijvoorbeeld ambulancemedewerkers.”
Begeleiding na extreme ongevallen
Jan Hesselink: “Auto’s worden steeds veiliger. Zo zijn deuren verstevigd zodat de impact minder groot is als je van de zijkant wordt aangereden. Voor ons kunnen deze verstevigingen echter een belemmering vormen om iemand snel uit een auto te halen.” De veranderende samenstelling en techniek van auto’s stelt de collega’s van de VNOG dan ook steeds voor uitdagingen. “Technieken die we in het verleden succesvol gebruikten werken bij nieuwere auto’s niet meer, denk bijvoorbeeld aan autosloten die vanzelf dichtgaan of aan gepantserde auto’s.”
Toch blijft Jan het een mooi vak vinden. “Het is nooit hetzelfde. Elk ongeval is anders en vraagt om een andere oplossing.” Natuurlijk maken Jan en zijn collega’s ook heftige dingen mee. “Bij extreme ongevallen krijgen we goede begeleiding. Door er met z’n allen over te praten, kun je het beter verwerken. Al moet ik er onbewust soms toch aan denken als ik over bepaalde wegen rijd.”
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
De Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) is een van de 25 veiligheidsregio’s in Nederland. Onderdeel van de veiligheidsregio zijn de brandweer Noord- en Oost-Gelderland, de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en de meldkamer. Samen werken zij aan een veilige en gezonde samenleving. Voor 22 gemeenten voeren zij de wettelijke taken uit rond brandweerzorg, hulp bij ongelukken, rampen en crisis, maar ook bij het voorkomen daarvan en het beperken van schade. In totaal zijn 56 brandweerposten onderdeel van VNOG.
