De nieuwe wet- en regelgeving rondom batterijen richt zich voor het eerst op de hele keten. “Er wordt niet alleen gekeken: hoe produceren we batterijen, maar ook hoe gaan we ermee om aan het einde van de rit?” Doelstelling is onder meer de afhankelijkheid van kritische materialen verkleinen. “Nederland heeft nu twee jaar de tijd om de Battery Regulation te vertalen naar nationale regelgeving”, vertelde Janet Kes, manager Batterijen en Innovatie bij ARN .
Batterijpaspoort
De grootste veranderingen voor fabrikanten zijn restricties in het gebruik van de materialen kwik, lood en cadmium en het verstrekken van verbeterde informatie. Zo moeten batterijen vanaf 2027 een zogenaamd Batterijpaspoort hebben. Hierin is alle (veiligheid)informatie over de betreffende batterij digitaal terug te vinden. Op dit moment wordt gekeken of het paspoort wellicht gekoppeld kan worden aan het automotive informatiesysteem IDIS.
Ook zijn er in plaats van drie, nu vijf verschillende categorieën, waaronder een aparte categorie voor EV-batterijen. Janet Kes: “Die vielen voorheen onder de categorie Industrieel, waardoor er niet of nauwelijks regels voor waren.” Andere veranderingen zijn dat het recyclingpercentage van batterijen de komende jaren verder wordt opgeschroefd en dat vanaf 2031 nieuwe batterijen voor een bepaald percentage van gerecyclede materialen gemaakt moeten zijn.
Er wordt niet alleen gekeken: hoe produceren we batterijen, maar ook hoe gaan we ermee om aan het einde van de rit?
Focus op EV-batterijen
Janet Kes verwacht dat er de komende jaren nog discussie zal zijn over de recycling van batterijen. Onder meer op het gebied van productenverantwoordelijkheid (wanneer gaat deze over op een andere partij?) en opslag. Ze maakt duidelijk dat bij ARN de focus ligt op batterijen uit voertuigen. Niet op batterijen die een tweede leven krijgen in een andere toepassing.
“We moeten zorgvuldig omgaan met de grondstoffen uit EV-batterijen; daar willen we grip op houden.” Verwerkers zullen straks inzichtelijk moeten kunnen maken aan de overheid wat zij met die materialen hebben gedaan. “Daarnaast willen we de veiligheid voor de gebruiker te allen tijde garanderen.” Dit betekent verantwoord omgaan met een batterij: van het begin tot en met het einde van de levensduur.
Het recyclen van materialen kost op dit moment geld
De inzameling en terugname van een batterij in de afvalfase zijn gratis. Maar, stelt Janet Kes: “Het recyclen van materialen kost op dit moment geld.” Ze verwacht dat daar mogelijk iets in gaat veranderen zodra er meer vraag gaat ontstaan naar de teruggewonnen grondstoffen. Janet Kes sluit haar presentatie af met de woorden dat we ons de komende jaren in een overgangssituatie
zullen bevinden. Er bevinden zich immers al zeg zo’n 180 miljoen kilo aan aandrijfbatterijen op de weg met producentenverantwoordelijkheid, maar zonder paspoort. “Samen met de RDW kijken we hoe we daar grip op kunnen krijgen.” Tot die tijd blijven we vanuit ARN batterijen ophalen en zorgen we ervoor dat ze bij een recyclingbedrijf in Europa terechtkomen, waarbij we samenwerken met partijen die een zo hoog mogelijk recyclingpercentage behalen.
Deel dit bericht op je kanalen
Nieuwsbrief