Nadat Rob op zijn 16e klaar was met de mavo, dacht hij: verder leren is niets voor mij. Ik ga maar eens werken. Een baan vinden, bleek in die tijd alleen nog niet zo eenvoudig te zijn. Via een vriendin kwam hij bij een Fiat-dealer in IJmuiden terecht. “Ik wist wel wat van brommertechniek, maar niets van auto’s.” Het beviel en hij bleef er tien jaar naar volle tevredenheid werken. “Ik begon als leerling monteur en na enkele jaren ging ik naar het andere filiaal in Santpoort waar ik er receptiewerk bij ging doen. De combinatie van autotechniek en het contact met klanten vond ik erg leuk.” Naast zijn werk volgt hij een marketinggerichte avondopleiding. “Op een dag sloeg ik in mijn middagpauze De Telegraaf open en zag ik een advertentie van ARN waarin ze een relatiebeheerder zochten. De vacature trok direct mijn aandacht.” Rob schrijft een brief en in 1996, ARN is dan een jaar operationeel, mag hij na een eerste gesprek met de manager op gesprek bij de toenmalige directeur Gerben Eggink. “Na dit tweede gesprek en een kennismaking met mijn nieuwe collega’s ben ik aangenomen. Zelf had ik overigens op dat moment nog niet eens zo’n goed beeld van wat ik precies zou gaan doen, maar blij was ik wel”, zegt hij lachend.
“We waren niet alleen druk bezig om ervoor te zorgen dat bedrijven zich bij ons aansloten, maar ook met het kwaliteitsbewust maken van de bedrijven, zodat de materialen die ARN liet inzamelen geschikt waren voor recycling”
Roerige tijd
In de beginjaren van ARN was het netwerk van autodemontagebedrijven volop in opbouw. “We waren niet alleen druk bezig om ervoor te zorgen dat bedrijven zich bij ons aansloten, maar ook met het kwaliteitsbewust maken van de bedrijven, zodat de materialen die ARN liet inzamelen geschikt waren voor recycling.” Het was een leuke tijd waarin Rob veel heeft geleerd. “Het goed demonteren van sommige materialen was voor veel bedrijven nieuw en gebeurde niet altijd op de juiste manier. Daar spraken wij de bedrijven op aan. Ondernemers hadden daar niet altijd direct begrip voor dus moesten wij goed ons best doen om hen ervan te overtuigen het voortaan beter te gaan doen.”
Met vier man één computer
Rob vertelt dat het wel andere tijden waren toen hij bij ARN startte. “We waren met een kleine club jonge collega’s iets nieuws aan het opzetten. Er gebeurde van alles en veel moest nog uitgedacht worden.” In die tijd bezocht Rob de autodemontagebedrijven met grote regelmaat. “Iedere vier tot zes weken bezochten we alle bedrijven. Je was per week één dag op kantoor en vier dagen onderweg. Je had nog niet de communicatiemogelijkheden die je nu hebt, dus je stond er regelmatig alleen voor.” Hij vertelt dat hij een pieper had met telefoonfunctie, “zo’n ding heette een Kermit”, waarmee hij kon worden opgepiept en dan bij een tankstation of een Mc Donalds-filiaal kon bellen. Laptops bestonden nog niet. “Toen we begonnen hadden we met vier buitendienstcollega’s één computer op kantoor. Daar bereidden we de bezoeken op voor om vervolgens met een tas vol geprinte papieren op pad te gaan. Het was ook de tijd dat we typeplaatjes van demontageauto’s ophaalden bij de bedrijven.” Het kentekenregister was in die tijd nog niet volledig op orde. Zo werden er wel eens kentekenbewijzen die nog ‘in de la lagen’ in ORAD gemeld. Dat zorgde voor foutieve aantallen autowrakken in de ARN-administratie. “Om zeker te weten dat een in ORAD gemeld kenteken ook fysiek op het bedrijf aanwezig was geweest vroegen we het bedrijf het typeplaatje van het autowrak bij ons aan te leveren. Dit diende als fysiek bewijs. Je moet bedenken dat er in die tijd per jaar zo’n 300.000 auto’s gedemonteerd werden. Dat betekende dat de kofferbak op vrijdag meestal afgeladen was met opgehaalde typeplaatjes.”
Na acht jaar ging Rob bij ARN als data-analist aan de slag. “Het volgen van het wrak naar de shredder werd in die tijd belangrijker. We introduceerden de barcodesticker voor autowrakken. Als data-analist ging ik kijken of de afvoergegevens van de autodemontagebedrijven en inkomende wrakken bij shredderbedrijven op elkaar aansloten. We hadden hiervoor een meld- en scansysteem bedacht. Dit is na enkele jaren gestopt. Vanaf dat moment zijn we gaan werken met het registreren van transporten en weegbonnen.” Tegenwoordig gebeurt dit met de elektronische begeleidingsbrief.
Toen we begonnen hadden we met vier buitendienstcollega’s één computer op kantoor
Opleiding speciaal voor de branche
Ruim tien jaar geleden heeft Rob samen met een aantal collega’s en opleider Innovam de eerste training voor het veilig demonteren van e-voertuigen opgezet. “De eerste jaren gaven we die training zelf. Voor mij was dit iets totaal nieuws. Ik had daarvoor nog nooit voor de klas gestaan. De techniek van elektrische auto’s ging zo snel dat het na enkele jaren tijd werd om de training naar een hoger niveau te tillen. We zijn hierover met Innovam in gesprek gegaan en sinds 2020 verzorgen zij de training. Dat is wel iets waar ik trots op ben: dat we een specifieke training voor autodemontagebedrijven hebben ontwikkeld, die nu bij de grootste opleider in de mobiliteitssector in de portefeuille zit. Dat illustreert wat mij betreft mooi de transitie naar elektrisch vervoer waar ook onze branche op een professionele manier in meebeweegt.” Nu is Rob alweer een aantal jaar accountmanager voor de shredderbedrijven. De laatste twee jaar is hij ook accountmanager batterijen. “Ik ben het eerste contact voor de inzamelaar en verwerker van hoog voltage batterijen. Een heel leuke rol, die weer nieuwe uitdagingen met zich meebrengt. Dat is het leuke van ARN: als je wilt zijn er altijd mogelijkheden om jezelf te blijven ontwikkelen.”
Paardensport
Tot zijn vijftigste was Rob actief in de paardensport. Hij begon met paardrijden bij een handelsstal in Haarlem en heeft met een Arabische volbloed gekoerst op de renbaan. “De laatste jaren reed ik meestal lekker op het strand of in het Amsterdamse bos. Op een gegeven moment was het alleen niet echt een hobby meer, maar werd het meer een gewoonte.” Dat was het moment om ermee te stoppen. Hoewel paarden hem altijd zullen blijven trekken, heeft hij de edele dieren ingeruild voor een gravelbike. “In plaats van ter paard door de duinen, doe ik dat nu fietsend. Ook heerlijk! Scheelt veel tijd, omdat ik mijn fiets niet hoef te poetsen en op- en af te zadelen”, sluit Rob lachend af.
Deel dit bericht op je kanalen
Nieuwsbrief