Autodemontagebedrijf Snuverink uit Borculo bestaat 60 jaar. Reden voor een feestje en een terugblik. Hoe begon het allemaal in 1959 en wat is er in al die tijd veranderd? In hoeverre is de autodemontagesector geprofessionaliseerd? Green Light spreekt met Johan Snuverink over ondernemersgeest en het geheim van groei.

Tekst Jitske van Heeswijk

Het begon allemaal in 1959 op een boerderij in Borne. Vader Snuverink sleutelde daar aan machines en schade-auto’s uit Duitsland. Net over de grens was de autotechniek in die tijd immers veel verder gevorderd. Snuverink kocht schade-auto’s op (vooral van Mercedes-Benz), knapte ze zo mogelijk op of maakte zelfs van twee auto’s één. Wat overbleef waren onderdelen, die hij ook verkocht. Al gauw maakte hij naam in de regio. In de jaren 60 en 70 wist men al dat je voor Mercedes onderdelen bij Snuverink moest zijn.

Jaren 80

Na jaren van groei en uitbreiding kwamen de moeilijke jaren 80. De gevolgen van de oliecrisis waren ook in Nederland goed voelbaar. Bovendien was er meer concurrentie en was het noodzakelijk om alles aan te pakken. De specialisatie van Mercedes verdween uit beeld en het werd een tijd van overleven. De zonen van Snuverink senior, Herman en Johan, werden ouder en hielpen steeds vaker mee in het bedrijf. Dat was meer dan welkom, want vader kwakkelde met zijn gezondheid. Uiteindelijk slaagde de familie er dankzij de ondernemersgeest in het bedrijf gezond te houden.

De zonen kregen vaak te horen ‘We doen het voor jullie’. Dat is natuurlijk een prachtige erfenis, maar bracht ook enige druk. Ze deden wel studies in de juiste richting, maar konden het niet laten om een kijkje te nemen in andere bedrijfstakken. Toch bleven ze betrokken bij het bedrijf en zagen ook steeds meer kansen. In 1990 namen Johan en Herman het bedrijf over van hun ouders.

Professionalisering

De broers brachten nieuw elan in de onderneming en startten met een uitgebreid marktonderzoek. Hierbij keken ze bijvoorbeeld naar welke merken het meest gereden werden in Nederland, de potentie ervan voor Snuverink en de activiteiten van de concurrentie. Deze inzichten leidden tot een fundamentele aanpassing van de onderneming: sinds 1990 richt het team van autodemontagebedrijf Snuverink zich volledig op de Franse automerken Citroën, Peugeot en Renault.

In de jaren 90 vond er een duidelijke tweedeling plaats: de professionele bedrijven onderscheidden zich van de ouderwetse slopers

In datzelfde decennium voerden Johan en Herman meer professionaliseringsslagen door. Ze namen voor het eerst in de 30 jaar dat het bedrijf bestond vast personeel aan en registreerden alle onderdelen via een inboeksysteem. Ook sloten zij zich in 1995 aan bij Stiba, de brancheorganisatie, waar ze veel aan hebben gehad in de route naar professionalisering. Dit leidde onder andere tot het aansluiten bij ARN, in 1996.

ARN was namelijk kort daarvoor opgericht door de Stiba, de RAI Vereniging, BOVAG en FOCWA. Dit naar aanleiding van nieuwe Europese regelgeving waarbij de recyclingverantwoordelijkheid van auto’s bij de fabrikanten kwam te liggen. ARN moest het recyclingproces gaan faciliteren. Dit gebeurde onder andere door aangesloten autodemontagebedrijven te voorzien van professionele apparatuur om de vloeistoffen af te tappen, zodat deze niet in de leefomgeving terecht zouden komen. Snuverink senior ging daar overigens vanaf zijn start in 1959 al zorgvuldig mee om. Hij tapte vloeistoffen structureel af. Met behulp van de professionele aftapinstallatie ging dit proces nog makkelijker.

Dankzij al deze ontwikkelingen zagen de broers Snuverink in de jaren 90 een duidelijke tweedeling ontstaan in de autodemontagesector. De bedrijven die de professionaliseringsslag wel maakten en de bedrijven die bleven zoals ze waren: de ouderwetse slopers.

De broers Snuverink zijn groot voorvechter van gebruikte onderdelen bij reparaties in plaats van nieuwe

Ook in het nabije verleden zaten ze bij Snuverink niet stil. Zo is zo’n vijf jaar geleden de transitie naar online verkoop succesvol gemaakt. Elk onderdeel wordt tegenwoordig eerst gefotografeerd en vervolgens ingevoerd. Daarnaast zijn de broers zich meer gaan focussen op de zakelijke markt, de garagehouder als klant. Ze zijn groot voorvechter van gebruikte onderdelen bij reparaties in plaats van nieuwe. Deze zijn duurzamer en bovendien gaat het om originele onderdelen, die veelal nog in prima staat zijn.

Veranderingen

In 60 jaar is er natuurlijk veel veranderd. Wat Johan Snuverink vooral merkt is de verandering in contact met klanten: “Vroeger reed men van bedrijf naar bedrijf op zoek naar een onderdeel. Nu gaat alles op afstand en wil de klant bovendien snel antwoord. Het komt daardoor vaker voor dat het bestelde onderdeel niet het juiste blijkt te zijn.” Om deze reden hebben ze bij Snuverink meer controlemomenten ingebouwd. Er worden gerichte vragen gesteld om te achterhalen wat de klant precies nodig heeft. “Als het dan lukt, dat zorgt voor de drive, dat is echt mooi!”

Jubileum

Het bedrijf groeide en breidde uit. Dat bracht diverse verbouwingen met zich mee. Dat was ook de reden dat tien jaar geleden het 50-jarig jubileum niet gevierd werd. “Je laat liever een eindresultaat zien”, geeft Johan aan. En dat is precies wat er eind september gebeurde: twee dagen lang was het feest in Borculo. Op vrijdag werden klanten en collega-bedrijven uitgenodigd en op zaterdag werd het publiek onthaald. Zo kon iedereen van dichtbij ervaren hoe het er aan toe gaat op een autodemontagebedrijf. Natuurlijk was er plaats voor ludieke activiteiten: kinderen mochten auto’s beschilderen en de plaatselijke drumband ging los op een sloopauto.

Het geheim van het 60-jarig jubileum zit volgens Johan Snuverink in “goed om je heen blijven kijken, vooruitkijken en met een duidelijke visie en beleid je bedrijf runnen”. En hij komt met nog een wijsheid: “Alleen ben je sneller, samen kom je verder”. 

De komende 60 jaar

Natuurlijk kijken de broers Snuverink trots terug op het bedrijf dat hun ouders hebben opgebouwd. Maar plannen zijn er nog genoeg. Tijdens het jubileumfeest is de koers voor de komende jaren onthuld, met onder andere weer verbouwplannen: er komt een garagegebouw bij. En nog mooier, de nieuwe generatie staat al te trappelen. Ook zij zitten al vol plannen voor de toekomst!